“Mama, ik ben de ridder,” zegt Marte, terwijl ze een roze cape uit de verkleedmand omslaat. “En Leni is de prinses. Leni mag mee in mijn kasteel wonen.” Vervolgens spoort Marte Leni aan om mee onder tafel te kruipen, hun kasteel in.
Sindsdien is het plekje onder tafel een beetje “hun plekje” geworden. Soms verdwijnen de twee samen en vinden we ze daar terug. ’t Is er dolle pret: er wordt op de poepen voortgeschoven, gegiecheld, verhalen verteld,… Dat belooft voor later!
Geef een antwoord